De wetenschappelijke onderbouwing van EMDR

Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) therapie is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Francine Shapiro. EMDR is een kortdurende, geprotocolleerde en patiëntgerichte behandelmethode om nare ervaringen te verwerken. EMDR combineert verschillende succesvolle elementen van andere therapieën met een afleidende taak, namelijk het met de ogen volgen van de handen van de therapeut of bijvoorbeeld een bewegend lampje. Met EMDR is het niet nodig om jarenlang te praten over het verleden, maar worden in een relatief korte tijd therapeutische doelen bereikt. Hierbij veroorzaakt EMDR herkenbare veranderingen die ook na langere tijd blijven bestaan.

EMDR Eye-movement

EMDR is een bewezen effectieve behandelmethode gericht op het ‘desensitiseren’ – ofwel verzwakken – van herinneringen aan nare gebeurtenissen die aanleiding geven tot een psychische klacht of aandoening. De effectiviteit van EMDR voor posttraumatische stress-stoornis, ofwel PTSS, is in verscheidene gerandomiseerde, gecontroleerde studies vastgesteld.

Op deze pagina tref je diverse artikelen aan over de toepassing van EMDR bij bijvoorbeeld angsten, fobieën, en complexe PTSS. Ben je nog geen lid van de VEN en wil je wel lid worden klik dan hier op “Lid worden“.

EMDR bij verwerkingsproblemen

Wat gebeurt er met je na een traumatische of pijnlijke ervaring? In plaats van eroverheen te komen, raak je er soms in vast. Dit kan leiden tot veranderingen in hoe je je voelt, hoe je denkt en handelt. Je realiseert je misschien niet eens dat de veranderingen te maken hebben met de gebeurtenis, totdat je bedenkt hoe het ervoor was. De herinnering zelf kan eveneens problemen veroorzaken. Bijvoorbeeld het plotseling ervaren van vervelende beelden of gedachten die met de gebeurtenis te maken hebben. Er zijn veel verschillende gebeurtenissen die kunnen leiden tot verwerkingsproblemen.

Dergelijke gebeurtenissen kunnen leiden tot tal van klachten, waaronder:
• Herbelevingen van de gebeurtenis
• Zich opdringende herinneringen aan de gebeurtenis
• Vermijdingsgedrag m.b.t. de ervaring
• Gespannenheid en schrikachtigheid
• Schaamte of schuldgevoel
• Slecht humeur
• Depressie
• Zorgen maken
• Concentratieproblemen
• Angsten
• Negatief zelfbeeld
• Paniek
• Slaapproblemen
• Onverklaarbare lichamelijke klachten

Oplossing

Hoe raak je deze klachten kwijt? Experts zijn het er over eens dat de vervelende herinnering ‘verwerken’ de enige manier is. Hiervoor kunnen verschillende methoden worden gebruikt. Een daarvan is EMDR. Heb je klachten die zijn ontstaan als direct gevolg van een of meer concrete, nare gebeurtenissen, waarbij het denken aan deze gebeurtenis(sen) nog steeds emoties oproept, dan is de kans heel groot dat EMDR hierin verlichting kan brengen.
In Nederland zijn verschillende boeken geschreven over de toepassing van EMDR in de praktijk.

Referenties

Jongh, A. de & Broeke, E. ten (2003; 6e druk 2013). Handboek EMDR: een geprotocolleerde behandelmethode voor de gevolgen van psychotrauma. Pearson Assessment and Information B.V.: Amsterdam [ISBN 978 90 265 2243 7].

Broeke, E. ten, Jongh, A. de & Oppenheim, H. (2008; 3e herziene druk 2012). Praktijkboek EMDR: Casusconceptualisatie en specifieke patiëntengroepen. Pearson Assessment and Information B.V.: Amsterdam [ISBN 978 90 265 2255 0]

Jongh, A. de & Broeke, E. ten (2011). Vraagbaak EMDR: oplossingen en tips voor EMDR-behandelingen. Pearson Assessment and Information B.V.: Amsterdam [ISBN 978 90 265 2243 7].

Oppenheim, H., Hornsveld, H., Broeke, E. ten, & Jongh, A. de (2015). Praktijkboek EMDR deel II: Toepassingen voor nieuwe patiëntengroepen en stoornissen. Pearson Assessment and Information B.V.: Amsterdam [ISBN 978 90 265 2279 6]

EMDR een 1e keus behandeling

Ook is er veel onderzoek gedaan. Er bestaan inmiddels meer dan 20 gerandomiseerde gecontrolleerde klinische onderzoeken naar de effectiviteit van EMDR bij PTSS. Dit maakt EMDR een van de meest geëvalueerde behandeling op het gebied van psychisch trauma.

Volgens de meest recente richtlijnen van de International Society for Traumatic Stress Studies (ISTSS), de American Psychiatric Association (APA) en tal van andere richtlijncommissies, waaronder de Landelijke stuurgroep multidisciplinaire richtlijnen in de GGZ (www.ggzrichtlijnen.nl) en de World Health Organization is EMDR, samen met imaginaire exposure, ‘treatment of choice’ voor PTSS. Dit betekent dat EMDR een 1e keus behandeling is.

Wetenschappelijk onderzoek naar EMDR

EMDR werd in wetenschappelijk onderzoek vergeleken met zowel wachtlijstcontrolecondities als actieve behandelingen. Uit diverse meta-analyses blijkt dat EMDR een effectieve behandeling is voor acute en chronische PTSS, waarbij een eenmalig trauma in een beperkt aantal zittingen zodanig kan worden verwerkt dat patiënten niet meer aan de criteria van een PTSS voldoen (bijv. Bisson et al., 2007; Chen, Zhang, Hu, & Liang, 2015; Gerger et al. ,2014; Watts et al., 2015). Een meta-analyse van studies naar het effect van EMDR bij PTSS als gevolg van vroegkinderlijke traumatisering laat ook een relatief groot effect zien (Ehring et al., 2014). EMDR en andere vormen van traumagerichte cognitieve gedragstherapie geven betere resultaten dan reguliere zorg of wachtlijst (Bisson, Roberts, Andrew, Cooper, & Lewis, 2013). De Multidisciplinaire Richtlijn Angststoornissen stelt dan ook:

“dat EMDR één van de meest in aanmerking komende psychologische interventies bij PTSS is. De methode is effectief en wordt door zijn aard door veel patiënten en therapeuten als relatief weinig emotioneel belastend ervaren”

De strekking van deze richtlijn komt overeen met die van andere internationale expertpanels en adviescommissies op het gebied van psychotrauma. Zo wordt in de zogenaamde NICE-richtlijn, die internationaal in hoog aanzien staat, van therapeuten verwacht dat ze patiënten met een PTSS niets anders aanbieden dan de evidence-based behandelingen EMDR of trauma-focused-cognitive behavioural therapy (TF-CBT):

“When PTSD sufferers request other forms of psychological treatment (for example supportive therapy, non-directive therapy, hypnotherapy, psychodynamic therapy), they should be informed that there is as yet no convincing evidence for a clinically important effect of these treatments on PTSD”

Gerandomiseerd effectonderzoek laat ook zien dat EMDR onder andere effectief is als er sprake is van PTSS met ernstige comorbiditeit, zoals een psychotische stoornis (Van den Berg et al., 2015; De Bont et al., 2015), specifieke fobieën (bijvoorbeeld Doering, Ohlmeier, De Jongh, Hofmann, & Bisping, 2013), obsessieve compulsieve stoornis (Nazari, Momeni, Jariani, & Tarrahi, 2011) en bipolaire stoornis (Novo et al., 2014). Empirisch onderzoek naar de effectiviteit van EMDR bij andere vormen van psychopathologie is in uitvoering.

Referenties

Bisson J.I., Ehlers A., Matthews R., Pilling S., Richards D., & Turner S. (2007). Psychological treatments for chronic post-traumatic stress disorder. Systematic review and meta-analysis. Brit j Psychiat, 190, 97-104.

Bisson J.I., Roberts N.P., Andrew M., Cooper R., & Lewis C. (2013). Psychological therapies for chronic post-traumatic stress disorder (PTSD) in adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 12, CD003388.

Chen L., Zhang G., Hu M., & Liang X. (2015). Eye movement desensitization and reprocessing versus cognitive-behavioral therapy for adult posttraumatic stress disorder: systematic review and meta-analysis. J Nerv Ment Dis, 203(6), 443-451.

Bont P.A.J.M. de, Berg D.P.G. van den, Vleugel B.M. van der, Roos C. de, Jongh A. de, Gaag M. A. van der, Minnen M. van (2015). Predictive validity of the Trauma Screening Questionnaire in detecting post-traumatic stress disorder in patients with psychotic disorders. British Journal of Psychiatry, 206 (5), 408-416. doi: 10.1192/bjp.bp.114.148486

Ehring T., Welboren R., Morina N., Wicherts J.M., Freitag J., & Emmelkamp P.M.G. (2014). Meta-analysis of psychological treatments for posttraumatic stress disorder in adult survivors of childhood abuse. Clinical Psychology Review, 34, 645-657.

Doering S., Ohlmeier M.C., Jongh A. de, Hofmann A., & Bisping V. (2013). Efficacy of a trauma-focused treatment approach for dental phobia: A randomized clinical trial. European Journal of Oral Sciences, 121, 584-593.

Gerger H., Munder T., Gemperli A., Nüesch E., Trelle S., Jüni P., Barth J. (2014). Integrating fragmented evidence by network meta-analysis: relative effectiveness of psychological interventions for adults with post-traumatic stress disorder. Psychological Medicine. Published online: 16 April 2014. doi:10.1017/S0033291714000853.

Multidisciplinaire Richtlijn Angststoornissen (2003). Landelijke stuurgroep multidisciplinaire richtlijnen in de GGZ. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO/Trimbos-instituut. Beschikbaar op: www.ggzrichtlijnen.nl.

National Collaborating Centre for Mental Health. (2005). Post-Traumatic Stress Disorder: The Management of PTSD in Adults and Children in Primary and Secondary Care. Clinical Guideline 26. London, UK: National Institute for Clinical Excellence.

Nazari H., Momeni N., Jariani M., & Tarrahi M. (2011). Comparison of eye movement desensitization and reprocessing with citalopram in treatment of obsessive compulsive disorder. International Journal of Psychiatry in Clinical Practice, 15, 270-274.

Novo P., Landin-Romero R., Radua J., Vicens V., Fernandez I., Garcia F., Amann, B. (2014). Eye movement desensitization and reprocessing therapy in subsyndromal bipolar patients with a history of traumatic events: A randomized, controlled pilot-study. Psychiatry Research, 219, 122-128.

Seidler G.H., & Wagner F. E. (2006). Comparing the efficacy of EMDR and trauma-focused cognitive-behavioral therapy in the treatment of PTSD: A meta-analytic study. Psychol Med, 36, 1515-1522.

Shapiro F. (1995). Eye movement desensitization and reprocessing: Basic principles, protocols and procedures. New York: Guilford Press.

Berg D. van den, Bont P. de, Vleugel B. van der, Roos C. de, Jongh A. de, Minnen A. van, & Gaag M. van der (2015). Prolonged exposure vs eye movement desensitisation and reprocessing vs waiting list for posttraumatic stress disorder in patients with a psychotic disorder. Jama Psychiatry, 72, 259-267.

Watts B.V., Schnurr P.P., Mayo L., Young-Xu Y., Weeks W.B., & Friedman M.J. (2013). Meta-analysis of the efficacy of treatments for posttraumatic stress disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 74, 541–550.

World Health Organization (WHO; 2013). Guidelines for the management of conditions that are specifically related to stress. Geneva: WHO.