EMDR bij kinderen en adolescenten

Ook kinderen en adolescenten maken schokkende gebeurtenissen mee. Er zijn verschillende soorten gebeurtenissen waardoor kinderen en adolescenten beschadigd kunnen raken. Gelukkig verwerkt een groot deel van de kinderen, die iets heel ergs meemaken, deze gebeurtenis(sen) op eigen kracht, zonder inschakeling van hulpverlening door de ouders of verzorgers. Bij anderen ontwikkelen zich problemen ten gevolge van deze gebeurtenis(sen).

Óf zich problemen ontwikkelen en zo ja, welke, wanneer en hoe lang ze blijven bestaan hangt af van meerdere factoren. Van de volgende factoren weten we dat ze een rol spelen:

  • de aard van de gebeurtenis(sen)
  • hoe het kind functioneerde vóór de gebeurtenis(sen)
  • het temperament van het kind
  • de vaardigheden van het kind om met moeilijkheden om te gaan
  • de vaardigheden van ouders/gezinsleden om met moeilijkheden om te gaan
  • de reacties van de ouders / gezinsleden op de gebeurtenis(sen)
  • de reacties van het kind op de gebeurtenis en hoe de ouders daarmee omgaan

Mogelijke reacties in verschillende ontwikkelingsfasen

Er is dus geen direct verband tussen de aard van de gebeurtenis(sen) en te verwachten reacties van het kind daarop. Ook de leeftijd van het kind op het moment dat het de gebeurtenis(sen) meemaakt, is een factor van betekenis. Kinderen laten verschillende reactievormen zien op verschillende leeftijden. Zie hieronder voor een overzicht van mogelijke kenmerkende reacties in verschillende ontwikkelingsfasen.

Peuters en kleuters

  • cognitieve verwarring
  • angstig hechtgedrag
  • (separatie)angsten
  • regressief gedrag
  • posttraumatisch spel
  • agressief of destructief gedrag

Basisschoolleeftijd

  • verminderde schoolprestaties
  • afgenomen concentratie
  • agressieve of angstige fantasieën
  • onterechte schuldgevoelens
  • bezorgdheid over veiligheid
  • bezorgdheid om anderen

Pubers en adolescenten

  • problemen op school
  • schaamte voor gevoel van kwetsbaarheid
  • schaamte voor afhankelijkheid van ouders
  • radicale gedragsveranderingen
  • gevaarlijk gedrag
  • neiging om gebeurtenis in gedrag te herhalen
  • toename conflicten met ouders
  • alcohol- en/of drugsmisbruik
  • destructieve en agressieve fantasieën
  • angst om controle te verliezen over deze fantasieën
  • beperkt toekomstperspectief

Wanneer EMDR

EMDR komt in aanmerking wanneer het kind of de adolescent kampt met problemen, waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met eerder meegemaakte ingrijpende gebeurtenissen.

Toepassing van EMDR is mogelijk bij kinderen van alle leeftijden. Ook ingrijpende gebeurtenissen die plaats vonden voordat de taalontwikkeling op gang is gekomen, kunnen met behulp van EMDR worden verwerkt. Bij heel jonge kinderen krijgen ouders of verzorgers een belangrijk aandeel in de behandeling.

Er zijn verspreid over ons land 4000 kinder- en jeugdbehandelaars opgeleid in de toepassing van EMDR. Deze zijn werkzaam bij instellingen of in een eigen praktijk. Zie de verwijslijst, onder EMDR therapeuten Kinderen en Jeugd, als u op zoek bent naar een EMDR behandelaar voor uw kind in uw regio. Indien u hulp vraagt voor uw zoon of dochter, zal de behandelaar/instelling waarmee u in contact komt bepalen op grond van zorgvuldige diagnostiek of EMDR voor uw kind in aanmerking komt.

Wetenschappelijke onderbouwing

Bij kinderen heeft een aantal gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken de effectiviteit van EMDR aangetoond. Scheck et al. (1998) vergeleken EMDR en actief luisteren bij een groep adolescenten met ernstige gedragsproblemen en trauma in de voorgeschiedenis. Beide behandelingen lieten verbetering zien, maar EMDR meer. Chemtob en collega’s (2002) vonden dat EMDR effectief was voor kinderen die een eenmalige gebeurtenis (een orkaan) hadden meegemaakt. In een ander onderzoek (Jaberghaderi et al., 2004) werden de resultaten van EMDR vergeleken met cognitieve gedragstherapie bij adolescenten, die langdurig seksueel waren misbruikt. EMDR liet ook hier duidelijke effecten zien. Ahmad et al. (2008) vergeleek EMDR met een wachtlijst conditie bij een groep kinderen die deels eenmalig en deels chronisch getraumatiseerd waren. En Kemp et al. (2010) vergeleken de effecten van EMDR met een wachtlijstconditie bij kinderen die een verkeersongeluk hadden meegemaakt. EMDR deed het in beide studies beter dan wachtlijst. In ons land is na de vuurwerkramp in Enschede een vergelijkingsstudie uitgevoerd waarin de effecten werden vergeleken tussen EMDR en een cognitief-gedragstherapeutisch protocol. Resultaten van deze gerandomiseerde effectstudie tonen eveneens aan dat EMDR effectief is voor kinderen van 4-18 jaar en mogelijk zelfs iets efficiënter is dan het gebruik van het cognitief-gedragstherapeutische protocol (De Roos et al., 2011). Een andere gecontroleerde effectstudie vergeleek EMDR met trauma-gerichte cognitieve gedragstherapie en liet zien dat EMDR in dezelfde mate effectief is als de vorm van cognitieve gedragstherapie, die aanbevolen wordt in diverse internationale richtlijnen als eerste keus behandeling (Diehle et al., 2014).

Behalve dat het inzetten van EMDR effectief is bij PTSS, blijkt het toepassen van EMDR bij kinderen ook effectief voor het behandelen van zelfbeeldproblematiek en gedragsproblemen bij kinderen (Wanders, et al., 2008).

De afgelopen jaren is in Nederland veel ervaring opgebouwd met EMDR. In de praktijk blijkt dat EMDR bij kinderen vaak nog sneller resultaten geeft dan bij volwassenen. Zowel ervaringen uit de dagelijkse praktijk als resultaten uit wetenschappelijk onderzoek stemmen hoopgevend, al zijn er vanwege de methodologische beperkingen van de gepubliceerde onderzoeken meer studies nodig om het effect van EMDR bij kinderen steviger te onderbouwen.

Referenties

Ahmad, A. & Sundelin-Wahlsten, V. (2008). Applying EMDR on children with PTSD. European Child and Adolescent Psychiatry, 17 (3), 127-132.

Chemtob, C.M., Nakashima, J. & Carlson, J.G. (2002). Brief treatment for elementary school children with disaster-related posttraumatic stress disorder: A field study. Journal of Clinical Psychology, 58, 99-112.

De Roos, C.J.A.M., Greenwald, R., Den Hollander-Gijsman, M.E., Noorthorn, E. , van Buuren, S. De Jongh, A. (2011). A Randomized Comparison of Cognitive Behavioral Therapy (CBT) and Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) in disaster-exposed children (2011). European Journal of Psychotraumatology, 2: 5694. DOI: 10.3402/ejpt.v2i0.5694.

Diehle, J., Schmitt, K., Daams, J., Boer, F., & Lindauer, R. (2014). Effects of psychotherapy on trauma-related cognitions in posttraumatic stress disorder: A meta-analysis. Journal of Traumatic Stress, 27, 257-264.

Kemp, M., Drummond P. & McDermott B. (2010). A wait-list controlled pilot study of eye movement desensitization and reprocessing (EMDR) for children with post-traumatic stress disorder (PTSD) symptoms from motor vehicle accidents. Clinical Child Psychology & Psychiatry, 15 (1):5-25. doi: 10.1177/1359104509339086.

Jaberghaderi, N., Greenwald, R., Rubin, A., Zand, S. H., & Dolatabadi, S. (2004). A comparison of CBF-BT and EMDR for sexually-abused Iranian girls. Clinical Psychology and Psychotherapy, 11, 358368.

Rodenburg R, Benjamin A, de Roos C, Meijer A.M., Stams G.J. (2009). Efficacy of EMDR in children: a meta-analysis. Clinical  Psychological Review, 29(7):599-606. doi: 10.1016/j.cpr.2009.06.008.

Scheck, M.M., Schaeffer, J.A., & Gilette C. (1998. Brief psychological intervention with traumatized young women: the efficacy of eye movement desensitization and reprocessing. Journal of Traumatic Stress, 11 (1): 25-44.

Wanders, F., Serra, M., & de Jongh, A. (2008). EMDR versus CBT for children with self-esteem and behavioral problems: A randomized controlled trial. Journal of EMDR Practice and Research, 2, 180-189.